Formaldehyde: van waarnemingen tot emissietrends
Antropogene niet-methaan vluchtige organische stoffen (AVOS) zijn belangrijke atmosferische componenten die de luchtkwaliteit en het klimaat beïnvloeden door hun rol bij de vorming van ozon en organische aerosolen. De emissies van AVOS zijn aanzienlijk in stedelijke en geïndustrialiseerde gebieden en hun belangrijkste bronnen zijn fossiele brandstoffen, industriële processen, het gebruik van oplosmiddelen en wegtransport.
Het afleiden van AVOS-emissies en hun trends uit satellietwaarnemingen van formaldehyde (HCHO) is een uitdaging, omdat het HCHO-signaal van antropogene bronnen over het algemeen zwak is. Dit onderzoek toont aan dat emissietrends nauwkeurig kunnen worden gevolgd boven veel grote steden in Azië, op basis van HCHO-kolomgegevens van het OMI-satellietinstrument over een periode van 15 jaar, van 2005 tot 2019.
Van de 133 bestudeerde steden worden voor 77 steden significante trends gevonden. Voor de meeste stedelijke gebieden worden positieve HCHO-trends gevonden (zie figuur 1 en figuur 2).
- De waargenomen trends boven China zijn relatief zwak en meestal positief.
- Op het Indiase subcontinent worden sterke positieve trends waargenomen, die gemiddeld op 1.4% per jaar worden geschat.
- In het Midden-Oosten en Centraal-Azië worden positieve trends waargenomen die oplopen tot 3.6% per jaar (Karaj, Iran).
- In Japan worden significante negatieve trends vastgesteld, die voor alle betrokken steden gemiddeld op -1.5% per jaar worden geraamd.
- In Taiwan zijn de HCHO-trends eveneens overwegend negatief.
Contrast tussen NO2- en HCHO-trends
Aangezien de Chinese VOS-regelgeving pas onlangs is ingevoerd, kunnen de tussen 2005 en 2018 berekende HCHO-trends de bijbehorende ontwikkelingen nog niet valideren. Niettemin is het effect van de VOS-regelgeving duidelijk zichtbaar in twee belangrijke megasteden (Dongguan en Chengdu). In Japan en Taiwan worden negatieve trends vastgesteld, wat aantoont dat de regelgeving inzake luchtkwaliteit die gericht is op de uitstoot van AVOS in deze landen doeltreffend is.
Het contrast tussen de waargenomen ontwikkeling van NO2- en HCHO-kolommen boven Aziatische steden (zie figuur 1 en figuur 3) illustreert goed dat emissiebeheersingsmaatregelen gericht op NOx-bronnen weinig of geen effect hebben op AVOS-emissies, met name boven China, aangezien de belangrijkste bronnen van NOx en AVOS duidelijk verschillend zijn.
De belangrijke verschillen tussen HCHO- en NO2-trends maken duidelijk dat wetgeving die specifiek gericht is op VOC-emissies nodig is om de luchtkwaliteit te verbeteren. Het beperkte aantal initiatieven om de AVOS-emissies te reguleren wordt duidelijk gereflecteerd in de vastgestelde positieve HCHO-kolomtrends in veel Aziatische landen, in tegenstelling tot de zwakkere of zelfs negatieve trends in landen waar wel beleidsmaatregelen zijn genomen.
Bron:
Bauwens, M., B. Verreyken, T. Stavrakou, J.-F. Müller and I. De Smedt: Spaceborne evidence for significant anthropogenic VOC trends in Asian cities over 2005-2019. Environ. Res. Lett. 17, 015008, https://doi.org/10.1088/1748-9326/ac46eb, 2022.