De bewustmaking en monitoring van deze dynamische ruimteomgeving en de gevaarlijke effecten ervan is uiteraard van belang voor de ruimtevaartindustrie, zoals de operatoren van ruimtesondes, bemande ruimtevaart en dienstverleners op het gebied van satellietnavigatie. Zij zijn ook van belang voor verscheidene sectoren op aarde zoals luchtvaartmaatschappijen, elektriciteitsleveranciers en landmeetkundige bedrijven.
Om deze eindgebruikers van waardevolle informatie over het ruimteweer te voorzien, is het Europees Ruimteagentschap (ESA) begonnen met het combineren van Europese middelen in één netwerk voor ruimteweerdiensten, d.w.z. systemen voor het monitoren van ruimteweer vanop de grond en uit de ruimte, gegevensverwerkingscapaciteit, modellen en teams van deskundigen.
Dit werd uitgevoerd door middel van een reeks aanbestedingen met betrekking tot de verschillende structurerende elementen van dit netwerk: vijf Expert Service Centres (ESC's) die zich richten op
- zonneweer,
- heliosferisch weer,
- ruimtestraling,
- ionosferisch weer en
- geomagnetische omstandigheden,
Daarnaast:
- één centraal Datacentrum en
- één Coördinatiecentrum (SSCC, SSA Space Weather Coordination Centre).
In juli 2020 schreef ESA een nieuwe aanbesteding uit waarbij de activiteiten van het SSCC en de vijf ESC’s in één aanbesteding werden samengevoegd.
Belgium in het middelpunt
België werd van bij het begin sterk betrokken bij ESA’s ruimteweer-programma’s. Naast een aantal voorzieningen die door Belgische teams worden beheerd, worden de ESC's voor zonneweer en ruimtestraling gecoördineerd door de Koninklijke Sterrenwacht van België (KSB) en het Koninklijk Belgisch Instituut voor Ruimte-Aeronomie (BIRA). Daarbovenop beheren zij gezamenlijk het SSCC.
Het was dan ook vanzelfsprekend dat een Belgisch team de ESA-oproep beantwoordde om de coördinatie van dit project op zich te nemen. Dit in samenwerking met een kernteam dat de KSB, het BIRA, de Technische Universiteit van Denemarken, het Ionosphere Monitoring and Prediction Center van DLR en RAL Space vertegenwoordigt. Het voorstel werd onder leiding van B.USOC in september 2020 ingediend, en na lange onderhandelingen gingen de pre-operationele activiteiten op 11 februari 2021 en de ontwikkelingsactiviteiten op 8 juli 2021 van start.
Lees meer: