Bij het streven naar gendergelijkheid is het van belang te kijken naar de positie van vrouwen in leidinggevende functies. Ons instituut bestaat uit 1 wetenschappelijk programma (B.USOC) en 5 wetenschappelijke divisies (het wetenschappelijk directoraat en 4 divisies: Ruimtefysica, Bronnen en verliezen van atmosferische bestanddelen, Reactieve gassen in de atmosfeer, Zonnestraling in atmosferen).
Elk van deze divisies verenigt 3 of 4 onderzoeksgroepen die samen een totaal van 14 vormen. De werking van het instituut wordt ondersteund door 8 ondersteunende diensten, waarvan de ingenieursdienst twee subgroepen heeft voor elektronica en mechanica.
Op de verschillende niveaus van de hiërarchie in ons instituut bekleden vrouwen 9 van de 31 leidinggevende posities (of 29%). Twee personen (een man, een vrouw) delen de leiding over de onderzoeksgroep "Ruimteweer" en de "Human resources", die dus elk ½-positie bekleden.
Onze directeur-generaal a.i. is vrouwelijk; zij leidt ook het wetenschappelijk directoraat en de groep "Infraroodwaarnemingen". De vier afdelingshoofden zijn mannen; eind 2020 cumuleren drie van hen deze functie met de leiding van één van hun onderzoeksgroepen ("Modellering van de troposferische chemie", "UV-zichtbaar licht waarnemingen" en "Metingen nabij de horizon").
Onder de 28 personen die een leidinggevende functie bekleden (niet gewogen), vinden we 8 vrouwen (d.w.z. 29%), wat overeenkomt met het aantal vrouwen in de niveaus SW en A (40 vrouwen op een totaal van 137, d.w.z. 29%).